Reken maar op mij.
Nog een kleine week en de verkiezingen van 9 juni 2024 zitten er op. Verkiezingen waar al jaren over gesproken is en de laatste weken nog meer over gezegd. Ik moet eerlijk zijn dat ik lang twijfelde om deel te nemen aan deze verkiezingen. De afgelopen jaren was ik druk politiek actief. Als gemeenteraadsvoorzitter in Deinze heb je een vast stramien van vergaderingen, voorbereidingen en verplichtingen tegenover mijn lokale partij Open Deinze en natuurlijk de Deinzenaar. Bovendien nam ik twee jaar, de volledige coronaperiode, het Jong VLD-voorzitterschap op. In mijn engagementen kunnen en konden mensen altijd op mij rekenen. Die inzet vraagt natuurlijk veel van je lichaam en je gezin, en de tegenslagen - soms teleurstellingen, soms de dingen des levens- doen je soms wel aan dat engagement twijfelen. Niet alles is rozegeur en maneschijn, niet in ons leven, niet in mijn partij en al zeker niet in het politiek systeem. Net als burgers kan ik vloeken als er geen antwoord komt op een vraag, of een nee op een perfect haalbaar voorstel - of (en zeker) als ik onze belastingbrief invul! Net als andere politici kan ik ontvlammen als er onrecht is of huilen als het voelt alsof er een mes in mijn rug is beland. Ik vind het moeilijk als mensen me aanvallen, zwart maken of vals betichten, niet omwille van wie ik ben maar waarvoor ik sta. Tegelijk kan ik wel opspringen als het goed gaat, als we ergens geraken en dolgelukkig zijn als ik ook maar een straatsteen kon verleggen. Compromissen zoeken, onderhandelen, samenwerken en vertrouwen zoeken bij collega’s en burgers vind ik belangrijk. Ik blijf net geloven dat emoties nodig zijn om aan politiek te doen. Ik ben geen typetje, geen vals beeld, ik sta als mens even goed in het leven als in de politiek. En ik ben overtuigd dat je moet voelen wat er leeft en leven tussen wat mensen voelen. Het is altijd mijn leidraad geweest om op te staan als het wringt. Als Jong VLD-voorzitter ben ik op de barricaden gaan staan tegen de avondklok in de corona periode, tegen tegenstrijdige overheidscommunicatie, voor privacy, voor transparante partijfinanciering, voor vernieuwende politiek, .. . Ik was één van de eerste binnen mijn partij die luidop de kernuitstap in vraag stelde, maanden voor het op de regeringstafel belandde. Een blad voor de mond nemen of wegkijken als het moeilijk wordt, is nooit mijn talent geweest. Als het brandt, sta ik zonder aarzelen met tegenvuur klaar. Als de vraag kwam of ik deel wilde nemen aan deze verkiezingen, was er dus wel twijfel. We verloren net een zwangerschap en de pijn die het met zich meebracht voelde ik in elke vezel van mijn lichaam. Maar ook dat bracht het één en ander met zich mee. “What doesn’t kill you makes you stronger”, het is een slechte eigenschap van mij geworden. Het besef hoeveel vrouwen dit meemaken en hoe, opnieuw, deze problematiek amper bekend of besproken wordt, wakkerde het vuur in me aan. Hoewel het pijn deed en ik uit een diep dal moest klauteren, gaf politiek en de warmte van individuen in mijn partij me de energie om door te gaan. En als ik dan toch ging vechten, wou ik van den eerste keer en heel bewust vanop de effectieve lijst volle petrol geven. Een strijdplaats, want het is nodig. En het is nodig. Ik ben me elke dag steeds meer bewust van de ongelijkheid in onze samenleving, tegenover vrouwen, tegenover de LGBTQI+ gemeenschap, tegenover mensen met een beperking en mensen met een migratieachtergrond maar evengoed tegenover ouderen en tegenover patiënten. Ik vind dat onrechtvaardig en onterecht en niet ok. We organiseren onze samenleving steeds meer op maat van wat anderen “de Vlaming” heten, terwijl onze identiteit zoveel complexer en uitgebreider is. Onze samenleving heeft net nood aan meer toegankelijkheid voor iedereen, aan een plaats waar elk individu welkom is en niemand zich ongewenst zou mogen voelen. En dat mag allemaal geen tegenstelling inhouden. Iemand ruimte geven neemt geen ruimte af van anderen, integendeel, het verrijkt ons allemaal. En die ruimte, die mogelijkheid om deel te nemen aan de samenleving moét er zijn voor allemaal. Wie wil werken moet kunnen werken. Niet in een gedwongen keurslijf van de overheid vol administratieve vehikels, maar met logische handvaten waar de maatschappij en de ondernemer beter van worden. Ondernemen in Vlaanderen moet aantrekkelijk zijn, niet ingewikkeld en afschrikkend. We hebben nood aan een grotere taart voor iedereen, en niet een kleinere zoals linkse partijen beogen. Of een specifieke taart met enkel Vlaamse vlagjes, waar de nationalisten van dromen. Als jonge mama maak ik er nog meer een speerpunt van om betaalbare en kwalitatieve kinderopvang op de agenda te zetten. Het blijft mij totaal een vraagteken hoe het kan dat we anno 2024 niet beseffen dat we jonge vrouwen en mannen onder grote druk zetten en zelfs tot deeltijds werk dwingen door het gebrek aan degelijke kinderopvang. Zelf gezegend met de beste onthaalmoeder én een flexibele werkgever, weet ik dat de realiteit in vele huishoudens helemaal anders is. Dat onthaalmoeders en kindbegeleiders in een gebrekkig statuut moeten werken gaat er bij mij niet in. Of dat mensen met een laag loon die willen werken verplicht zijn een groot deel van hun loon af te geven aan de kinderopvang, terwijl een inkomensgerelateerd systeem de logica zelve zou moeten zijn. Als jonge ouder moet je gerust en op je gemak overdag aan het werk kunnen en vertrouwen dat alles goed gaat met je spruit. Dat moet gewoon, dat is een kerntaak. Als ik vandaag het politieke debat aanschouw, zie welke discriminerende meningen genormaliseerd worden, hoor hoe vrijheden waar jarenlang voor gestreden is openlijk in vraag worden gesteld.. dan ben ik blij dat ik ook nu weer op de barricaden sta. Dat mijn vuur me de energie gaf om het verschil te maken. Ik heb me 100% gesmeten en kon nog nooit rekenen op zoveel steun van velen. Want mijn vuur brandt en zal blijven branden, wat het resultaat ook mag zijn. En jullie, jullie kunnen rekenen op mij.
0 Comments
Vuur kan zich op heel veel manieren manifesteren. Een vlammetje, een kampvuur, een brandstapel en zelfs een inferno.
Vandaag staat de positie van vrouwen in brand. Alternatieve, conservatieve krachten wakkeren de wind aan en stellen over de ganse wereld tot diep in Europa de rechten van vrouwen in vraag. De beste remedie om zo'n hevige vuurzee te bekampen is met tegenvuur, Vvvuur. Met ons Vvvuur is het onze plicht om de rechten die velen voor ons bevochten te verdedigen en de positie van vrouwen in onze hedendaagse maatschappij niet alleen veilig te stellen maar ook te versterken. Voor mij, meer dan ooit, draait feminisme om inclusiviteit. Het organiseren van een samenleving waar iedereen zich goed voelt, niet enkel wie zich met de eeuwenoude, op mannen gebaseerde standaard kan evenaren. We hebben als vrouwen doorheen de jaren meer dan terecht glazen plafonds gebroken en grenzen verlegd voor vrouwen op de arbeidsmarkt. Met succes: het is meer dan eens bewezen dat vrouwen een positieve invloed hebben op besluitvorming, of dat nu in politiek of in bedrijfsvoering is. Maar terwijl we voor de rechten vochten, zijn de plichten verdubbeld. Vrouwen moeten vandaag én én zijn. Op het werk en thuis. Ze dragen een dubbele rol en hoewel mannen al veel helpen - we ontzorgen werkende mensen veel te weinig. Mooiste voorbeeld is hoe we de pay gap, althans in België, tot een minimum (4,5%) beperken maar een opvallend lage participatie van vrouwen (68%) zien. De burn-outs bij vrouwen liggen beduidend hoger en full time employment is laag - lager dan in onze omringende Europese landen. Die cijfers zouden niet mogen verbazen: we zitten met crisissen in kinderopvang, onderwijs, tekorten in de zorg etcetera. Vrouwen zijn daar steevast, of we dat nu stigmatiserend vinden of niet, het slachtoffer van. Maar ook mannen, vergis je niet, lijden onder de dubbele rol die vandaag van hen wordt verlangd. Vrouwen met meer flexibiliteit in hun werk meer tevreden zijn en minder snel van job veranderen. Laat het nu net de jobs zijn met weinig flexibiliteit die doorgaans door vrouwen worden uitgevoerd: zorg en onderwijs. Zowel bedrijven als beleid moéten nadenken hoe we veel verder dan verloning een inclusieve omgeving voor vrouwen kunnen voorzien. Laat de crisis in de kinderopvang a.u.b. daar een eerste uitdaging in zijn. Net als in politiek, maar ook in werk, in het verenigingsleven en zoveel meer hoor ik gemopper waarom de jonge mensen (en dan al vaak vrouwen) wegblijven. Eens te meer is de vraag die zou moéten gesteld worden er één van introspectie: hoe kunnen we ervoor zorgen dat ze goesting hebben om bij te dragen. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat vrouwen zich welkom voelen én vooral dat ze de combinatie kunnen maken? Ook die vraag moet Vvvuur zich de komende jaren stellen, en daar wil ik met het bestuur een rol in spelen. Hoe kunnen we onze toekomst als organisatie en van het feminisme verzekeren? Verwacht van mij geen revolutie, ik ben meer voor een sterke evolutie. Samen met jullie neem ik graag de fakkel op en ga ik aan de slag om het vuur aan te wakkeren over alle provincies, om vrouwen warm te maken over onze organisatie en de samenleving warm te maken voor liberaal feminisme. Voorzitter VVVuur Vorige week woensdag stapte ik met een klein hartje op de trein in Brussel-Zuid. Richting Wenen. De nachttrein die sinds kort tussen beide steden rijdt, was de perfecte opportuniteit om uit mijn comfort-zone te stappen. Om te durven nieuwe keuzes te maken. Op het onbekende af te gaan.
Mijn eerste ervaring was niet zo positief en misschien was dat al meteen typerend. Wanneer ik boekte via de OBB, de Oostenrijkse treinmaatschappij, koos ik zeer bewust voor een cabine voor enkel vrouwen uit veiligheid. Het hele treinavontuur leek me al voldoende uitdagend, ik wou me geen extra zorgen of ongemakkelijkheid op de hals halen. Toen ik echter mijn cabine binnenstapte, bleken mijn wensen niet gerespecteerd. Naast twee vrouwen had ook een man zich al in de coupé geinstalleerd. Ik denk niet dat ik me echt ongemakkelijk heb gevoeld door de aanwezigheid van de man, die overigens een koppel vormde met de andere dame. Wel, het feit dat mijn wens en aankoop eigenlijk niet gerespecteerd werd, gaf me een zeer vervelend gevoel. Het had ook anders kunnen zijn. En de terugreis, waar ik ook een damescoupé reserveerde, wat zou die dan brengen? En hoewel ik dit nog goed kon verdragen, wat zou deze vorm van disrespect nog kunnen teweegbrengen bij anderen? Meisjes die ideologisch niet in dezelfde ruimte als een man willen slapen? Of vrouwen met negatieve / traumatische ervaringen? Ondanks de goede nacht op de nachttrein bleef er een onaangenaam gevoel over de situatie in mijn gedachten opborrelen. Eens te meer omdat dit alweer zo’n verhaal, zo’n moment is dat je toevoegt aan een waslijst van ervaringen die je als vrouw niet zou moeten ervaren. Het was mijn begin van mijn uitgebreid ‘Internationale vrouwendag’-weekend. Sinds januari volg ik een traject voor vrouwen in politiek, georganiseerd door de Europese liberalen (ALDE). Het traject bestaat uit drie weekends, een persoonlijk project en coachingsessies. Samen met 18 fantastische vrouwen vanuit gans Europa, leren we hoe we onze plaats en ruimte kunnen opeisen. Tijdens ons eerste weekend leerden we elkaar kennen en voor mij was het meest schokkerende het feit dat we allemaal nog continu botsen tegen onzichtbare muren. We zijn er nog lang niet. Het was een spiegel, een moment om te beseffen dat wat ik doe niet alleen van belang is, ik mag er ook niet mee stoppen. Voor deze generatie meisjes maar ook voor de volgende en die daarna. En vooral voor iedereen, want een gelijke vertegenwoordiging van de samenleving brengt het beste beleid naar boven. Die-fusie.
Een fusie kan pas een succesverhaal zijn als je ze uitvoert om de juiste motieven. Enkel als de belangen van de burger op de eerste plaats staan, kan een fusie een meerwaarde zijn. In de startnota die de aanzet betekende van de regeringsonderhandelingen spreekt N-VA de wens uit de lokale besturen efficiënter en slagkrachtiger te organiseren. N-VA wil dit realiseren door gemeenten uit te nodigen tot een fusieoperatie. Die fusieoperatie moet naast efficiëntiewinst ook het provincieniveau overbodig maken. De Wever wil zo (naar eigen zeggen) komen tot efficiëntere en slagkrachtigere besturen. Het overbodig maken van het provincieniveau moet onze overheden afslanken. Dit is gezien ons torenhoog overheidsbeslag geen overbodige luxe. Met het subsidiariteitsbeginsel in gedachten is een sterke lokale overheid en dus ook dienstverlening wenselijk. Maar of die fusieoperaties daar het juiste middel voor zijn, betwijfel ik sterk. Dat een fusie een efficiënter of een slagkrachtiger bestuur en dus ook een betere dienstverlening kan bewerkstelligen, klopt. De werkelijkheid is vandaag helaas anders en de échte motieven achter fusies zijn diffuus. Na twee fusiepogingen van de Vlaamse regering in zowel 2009 en 2014 gaan er einde legislatuur 15 besturen in op de mooie voorgehouden fusiebonus en de dreiging van een opgelegde fusie in de komende legislatuur. Op 1 januari 2019 vormden 15 besturen 7 nieuwe gemeenten in het traject van vrijwillige fusies dat de vorige Vlaamse Regering in gang zette. De verborgen agenda achter deze fusiebewegingen zijn echter politiek strategische overwegingen. Dat het net 15 CD&V-burgemeesters zijn die op het laatste nippertje overstag gingen, doet de wenkbrauwen fronsen. Opvallend dat het net coalitiepartner in de Vlaamse regering CD&V was die initieel huiverachtig stond tegenover het idee. CD&V hamert klassiek ideologisch op het subsidiariteitsprincipe en houdt haar overheid dus zo dicht mogelijk bij de burger. Vandaag staat er smalend te lezen op hun website: “Vrijwillige fusies kunnen wel, en we merken dat verschillende gemeenten er gebruik van maken. Altijd onder impuls van CD&V. Het beste bewijs dat onze mensen overal kijken naar wat de beste oplossing kan zijn op maat van de gemeente.” Mooi in woorden, maar was dit zo in daden? Het is een eerste teken aan de wand dat een fusie niet louter om de dienstverlening aan de burger draait, maar om grotere politieke strategieën. Waar CD&V dankzij de fusies zijn macht handhaaft in elk van zijn 7 fusiegemeenten, heeft N-VA een ander politiek leidmotief. Het was N-VA die de fusies op het Vlaamse niveau doorduwde, en met lokaal het minst aantal burgemeesters t.o.v. Open VLD en lokale heerser CD&V, is het niet macht die de partij motiveert. Voor N-VA is het afschaffen van de provincies prioritair en dus, moeten de fusies dat bewerkstellingen. Zonder provincies krijgen we sterke lokale overheden met daarboven een sterk Vlaanderen. Omhuld met een sausje van schaalvergroting en efficiëntie zit een dieper nationalistische visie. Het fundamenteel geloof dat een toekomstige staatstructuur enkel Vlaanderen kan omvatten. Ook de reden waarom de partij al geregeld de dreiging van een verplichte fusie aanscherpt om zo die verandering wat krachtiger in te zetten. En laat het net de grote valkuil zijn van een fusie: snelheid. Als gemeenteraadslid van een fusiegemeente zie ik de uitdagingen elke dag opnieuw. Alle fusiegemeenten verliezen jaren tijd in het optimaliseren en actualiseren van hun dienstverlening. Zoals Rome is ook een fusiegemeente niet op 1 dag gebouwd en vraagt het veranderingsproces veel tijd en energie van besturen. Het politiek bestel en de administratieve diensten moeten een huzarenstukje afleveren. Terwijl zij hun stad hervormen, verandert ook de maatschappij. Waar andere gemeenten zich steeds efficiënter en slagkrachtiger organiseren, moeten de fusiegemeenten elk onderdeel van hun beleidsvisie heroverwegen en opnieuw installeren. Ze worden in snelheid gepakt door hun buurgemeenten. De grote meerwaarde van de fusie zal zich pas jaren nadien laten zien, als ze zich überhaupt ooit stelt. Efficiëntieverhoging is hoe dan ook de eerste jaren niet aan de orde. Dus waarom willen we onze burgers met een fusiegolf opzadelen? En waarom willen we onze dienstverlening tijdelijk zelfs verzwakken? Als we onze burgers willen dienen, moeten we vertrekken bij henzelf en de behoeften die zij hebben om zich te kunnen ontplooien in eigen regio. Waarom slagen we er dan niet in om eenzelfde niveau van algemene dienstverlening te voorzien in onze kleine én grote gemeenten? De slagkracht van een bestuur hangt vaak af van dat bestuur zelf. Zoals Peter Reekmans, burgemeester van Glabbeek, het onlangs terecht stelde, is het niet de grootte maar zijn de visie, inzet, zuinigheid, daadkracht en bestuurskwaliteit van de lokale bestuurders de belangrijkste factoren die van gemeentelijk bestuur een succes maken. Als we onze gemeenten verder willen ondersteunen in het aanbieden van de beste dienstverlening, moeten we kijken naar de beste recepten. Het is ook daarom dat liberalen niet koud of warm blazen voor een fusie. Waar wij fundamenteel uitgaan van het individu, is de grootte van een gemeente niet belangrijk. We kiezen prioritair voor de beste dienstverlening en de staatstructuren conform het subsidiariteitsprincipe. Zo dicht mogelijk bij de burger. Het is de kwaliteit van de dienstverlening aan de burger die altijd primeert. Een slanke overheid die zich richt op de burger kan op verschillende manieren gerealiseerd worden. Een fusie is daar één van, maar dat zijn ook diepe samenwerkingen tussen gemeenten, de afschaffing van provincies of door het verleggen van bevoegdheden. Een fusie kan pas succesvol zijn als het draagvlak er is, en dat kan enkel als burgers hun noden en behoeften beter bevredigd zien in een nieuwe structuur. De vraag is, of de burgers zich van de verborgen agenda bewust zijn. Dat het niet hun noden en behoeften, maar de drang naar de staatstructuur Vlaanderen, het ultieme motief is tot de grote fusieoperatie. De burger is niet dom en wil niet om de tuin geleid worden. Een fusiebonus van 500 euro per inwoner belandt niet rechtstreeks in de portemonnee van de burger, de dienstverlening zal niet van vandaag op morgen verbeteren. Een fusieoperatie kost geld, tijd en moeite. Kortom, een fusie kan lonen, maar doet het niet altijd en is dus geen wondermiddel om snel snel te verplichten. Als onze toekomstige Vlaamse Regering het echt meent met haar burgers, bekijkt ze beter vanuit een bredere scope hoe ze haar steden en gemeenten kan motiveren om hun dienstverlening efficiënter en slagkrachtiger aan te pakken. Het hervormen van de structuren zal daar niet dé oplossing toe zijn. Tijdens de campagne passeren we overal. Langs eetfestijnen, voetbalwedstrijden, cultuurvoorstellingen, brunches, koersen, marktjes passeren we, de jonge bende.
In Oost-Vlaanderen hebben we 21 jongeren op de lijsten staan. Daarvan waren er 2 reeds parlementslid de afgelopen legislatuur. 19 Jonge mensen stellen zich op 26 mei aan op de Oost-Vlaamse lijsten. We hebben een sterke ploeg. De Jong VLD'ers zijn gasgevers, we zijn doeners. De dynamiek in onze groep is aanstekelijk, het maakt campagnevoeren plezant. Jongeren zijn nodig. Ze zorgen voor een vernieuwende noot en een andere blik. Samen met de ervaren rotten in het vak kom je tot een goed recept. Een liberaal recept. Als jonkie met idealen strijd ik altijd voor de jongeren. In de lijstvorming heb ik de jongeren verdedigd en in de campagne doe ik mijn best om de jongeren te verbinden. Jongeren hebben vaak het sterke netwerk nog niet, maar liggen wel goed in de markt, kijk maar naar de sterke resultaten in oktober van de vele jongeren. Daarom kunnen we vaak een duwtje in de rug gebruiken. Steun jonge kandidaten daarom een beetje extra. Ik stel ze graag aan u voor: Je maakt een fout en je draagt er de gevolgen van. punt.
En laten we het daarbij houden. Toen ik gisteren het nieuws las over de uitspraken van minister Schauvliege vloog ik lichtjes van mijn stoel. Het beleid van mevrouw Schauvliege heeft me nooit omver geblazen, ik heb er altijd mijn twijfels bij gehad en deze misschien ook wel eens minachtend geuit. Dit weekend maakte minister Schauvliege, en als ik de kranten mag geloven – de zoveelste fout. Ze ging ervan uit dat het protest van (vooral) jong en oud een soort complot tegen haar beleid was. Nu daar was ze fout. En als je een fout maakt dan draag je daar de gevolgen van, wat nu ook is gebeurd. Het ontslag uit de Vlaamse Regering is m.i. gepast. Maar. Mensen maken fouten, en als minister Schauvliege zaterdag in al haar vurigheid in de fout ging, dan deden vele van mijn facebook, twitter en whatsappvrienden dat ook. In al hun vurigheid heb ik uitspraken gezien over een mens, die voor mij niet door de beugel kunnen. Ik ben ook een politica, als ik mezelf al zo mag noemen, en ik ben een mens. Als ik morgen een fout maak, mag u mij daarop aanspreken. U mag mijn ontslag vragen en u mag bij het volgend democratisch moment, zijnde de verkiezingen mij daarop afstraffen. Dat maakt me nog geen trut, kutwijf, of... . Uitspraken die ik over mevrouw Schauvliege wellustig zag rondvliegen. Maar wanneer heeft een mens het verdiend om zo hard aangepakt te worden? Mijns inziens is geen organisme op aarde het waard om trut, kutwijf, tsjeef of wat dan ook genoemd te worden. Pas op, ik las vandaag satirische berichten in fora als de raaskalderij waar ik best eens kan mee lachen. Maar ik las ook trut. Ik las ook hoer. Ik las vanalles, waarbij ik dacht, hopelijk moet ‘ons Joke’ dit niet lezen. Heeft ze dit echt verdiend? Neen. Niemand. In social mediatijden waarbij we allemaal sneller typen dan denken zijn dergelijke emotionele en kwade reacties een gewoonte geworden. Dat de HLN-fora al langer een no-go-zone zijn voor iedereen met een goed humeur wisten we al langer. Maar dat het galspuwen , spotten en beledigen zo in onze algemeen taalgebruik is geinfiltreerd, stelt me teleur. We rekenen af met de fouten of meningen van mensen alsof we ze kennen en het recht hebben hen persoonlijk aan te vallen. Politici zijn vandaag de dag easy targets voor alle wereldproblemen. En ok, we mogen hen afrekenen op hun fouten, maar daar bestaan verkiezingen voor, of betogingen. Maar met scheldpartijen bereik je niets. Ik ben niet blind, er zijn politici die graaien, die machtswellustig zijn. Er zijn politici met ondemocratische gedachten die onze welvaart in gedrang willen brengen. We hebben politici die liegen en we hebben politici die gewoon lui zijn, en er niet in slagen een beleid uit te dragen. Maar er zijn ook (veel meer) politici die hard werken, die een meerwaarde zijn, die dag-in-dag-uit storm trotseren om een langetermijnvisie uit te werken. En al de hierboven vernoemde mensen doen enerzijds goed en maken anderzijds fouten. Wie het niet eens is, geef je mening en onderbouw ze. Wie het niet eens is, stem op een andere visie. Maar ga nooit schelden. Ga in dialoog. En het gaat niet enkel over politici, niemand mag vandaag nog fouten maken blijkbaar. Een agent, een soldaat, een ambtenaar, om het even wie, we nemen een foto en we doen er iets mee. Ik ben akkoord dat we niet nalatig zijn en reageren als iets misgaat, maar waar is het fatsoen? Wie gaat morgen de verantwoordelijkheid dragen als deze mediastorm uit de hand loopt. Als iemand dit alles te persoonlijk neemt en niet naast zich neer kan leggen? Welke burger zal hiervan de verantwoordelijkheid nemen en de gevolgen dragen? Of is het slachtoffer dan zwak? Tegelijkertijd, het internet is eeuwig. Ik lees kritiek op jonge meisjes die op betogingen pancartes met de boodschap ‘ride dicks not cars’ dragen. Terwijl we op deze jonge “sletjes” reageren alsof ze voor het leven gedoemd zijn te mislukken, ooit al nagedacht dat ook net die reactie voor het leven op het internet is gebrand? Ooit al nagedacht over de impact van deze reactie? Neen dus.. Kunnen we alstublief in deze harde tijden, serieus zijn? Een satire, een leuke cartoon, tot daar aan toe. Maar een trut, een groene hoer, een kutwijf, das erover. Reken met politici af in het stemhokje, niet op social media. Maar ik besef dat het niet simpel is. En ik daag jullie uit. Als de 10yearchallenge een hit was, dan heb ik de volgende challenge voor u klaar! Post de komende week iets positief over een beleidsmaatregel van een politicus die u goed vond. Ik daag u uit, met de #positivechallenge om uw verantwoordelijkheid te dragen en eens wat positief uit te dragen. Want nee, niet alles is fout. Er is veel goed. Vorige week nog stelde jonge Radio1 luisteraar Lisa Jorissen (17) nog “Politici zijn oude mannen in kostuum, maar wij willen vertegenwoordigd worden door jonge mensen.” Op 14 oktober staan er maar liefst 45 jongeren klaar op politieke lijsten, strijdvaardig om in de toekomst uw stem te vertegenwoordigen. In Deinze hebben we op dit ogenblik 6 jongeren in de gemeenteraad. Eén op vijf gemeenteraadsleden is jonger dan 35 jaar. Op de lijst van Open Deinze staan we met 13 jongeren klaar voor u, waarvan 2 gemeenteraadsleden en de voorzitter. 6 jongeren met een jeugdvereniging verleden/heden, 7 jonge ondernemers, 5 jongeren actief in de zorg, 5 studenten. Ook de andere partijen hebben jongeren op hun lijsten (CD&V: 9, SP-A: 8, N-VA; 7, Groenrood: 6). We staan voor u klaar, de nieuwe generatie politici. Al heet ik ons niet graag politici, het is een woord met een negatieve connotatie. Het doet mensen denken aan “oude mannen in een pak”, “postjespakkers”, “geldwolven”. En dat hebben die oude mannen in een pak louter en alleen aan zichzelf te danken. De tijden waarin politici in achterkamertjes beslissingen nemen zonder verantwoording naar de inwoners, zijn (helaas voor hen) voorbij. De nieuwe generatie is uit ander hout gesneden. Je voelt dat meteen in de raadszaal, je voelt het in de straat. De beweegredenen om in politiek te gaan voor jongeren zijn vaak ambitie, ambitie om de inwoner te helpen, om problemen op te lossen en het beter te doen dan onze voorgangers. Het draait niet om onszelf, het draait om anderen. Dat maakt het ook zoveel gemakkelijker om samen te werken met elkaar. We zitten op dezelfde golflengte, niet alleen qua leeftijd maar ook qua aanpak. Enkel onze mening kan wel eens verschillen. En dat moet ook. De komende generatie – laat ik het maar noemen– beleidsmakers, heeft een grote verantwoordelijkheid. We moeten het beter doen dan sommige van onze voorgangers. Zij maakten de weg tussen inwoner en het bestuur hobbelig en vol hindernissen. Wij moeten het pad effenen en het vertrouwen terug herstellen. Aanspreekbaar zijn, beloftes nakomen. Deinze en Nevele zijn straks samen 1 stad. De komende jaren worden belangrijke beslissingen genomen met grote invloed op de toekomst van onze inwoners. Het is onze toekomst, wij moeten en willen de komende decennia verder werken aan deze stad. Aan de toekomst van komende generaties willen wij een antwoord bieden en meteen de juiste beslissingen nemen, zodat we een consequent beleid kunnen voeren met een langetermijnsvisie. Ik roep alle kiezers op om op 14 oktober voor jonge mensen te stemmen, jong of jong van geest. Met meer dan 45 jonge kandidaten verdeeld over 8 lijsten heeft u veel keuze. Maak die goed. Uw stem op jong geweld, is investeren in de toekomst. Wij staan klaar. Het is fantastisch en bijna onbeschrijfelijk wat gisteren op het veld van SK Deinze gebeurde. Een overwinning tegen Blauw-Zwart, het Club Brugge, leek tot de 33’ minuut geen optie. Maar met de schitterende goal van Tarfi kreeg Deinze hoop. Op 20 minuten van het fluitsignaal kwam er nog het verlossende doelpunt van De Greef en plots waren de vele Deinse en Nevelse Blauw-Zwart supporters helder oranje. Het was een topmatch. Eéntje waar je nog weken, maanden, zeg maar jaren van spreekt. Voor SK Deinze was dit een terechte, verdiende overwinning. Het was een match met spanning, met resultaat en vooral met impact. Wat een voetbalwedstrijd als deze teweegbrengt is niet te onderschatten. Het sportieve werd overstegen door de sociale en culturele waarde van deze match. Als ik tussen de Club Brugge-supporters tijdens de match hoor zeggen ‘ik ben van Nevele, en ik ben best trots op Deinze..’. Dan kan je alleen maar tevreden stellen dat deze match zijn doel heeft behaald. Ze heeft een meerwaarde geboden, aan de fusie en aan de maatschappij. Mensen die elkaar de hand reikten, samen een pintje drinken, samen werken, los van achtergrond, voorkeur of leeftijd. Want dat is de meerwaarde van sport, en sportwedstrijden. En daarom is sport een beleidsdomein dat veel verder reikt dan enkel het fysieke bewegen. Sport beweegt mensen, veel dieper dan men denkt. Het mooie is haar brede draagvlak, iedereen heeft zijn sportverhaal en sporters beleven ook écht meer. Sport verbindt, sport versterkt. Ik weet niet precies hoeveel sportverenigingen Deinze en Nevele kennen, méér dan een 100-tal zonder twijfel. Ze maken onze stad sterk, veerkrachtig en ze zorgen voor de sociale cohesie tussen de inwoners. Als ik na de fantastische match zag hoe iedereen eventjes winnaar was, hoe Deinze en Nevele elkaar in de armen sloegen en vooral hoe de spelers uit hun dak gingen, werd ik spontaan gelukkig. En wie mag zich nu op de borst kloppen? Is het de politiek? Een sterk beleid? Of zijn het de verenigingen, de ondernemers achter dit alles? Onze talloze sportclubs worden dagelijks geleid door een grote menigte sterke vrijwilligers. Gemotiveerd en enthousiast werken ze zonder stoppen voor hun sporters, hun spelers, hun spel. Bij sommige verenigingen is dit het levenswerk van haar medewerkers, bestuur en voorzitter. Gisteren zegevierde SK Deinze tegen een ploeg met professionele spelers, een professionele staf en ja echt professionele supporters. Het vocht tegen Club Brugge als een leeuw, met ja, motivatie en inzet. En dat voelde je, bij de spelers, de staf, de supporters. Dankzij de jarenlange inzet van het bestuur, de vele vrijwilligers dag in dag uit, kon Deinze de overwinning halen tegen de landskampioen.
We gaan ne keer zot doen.
Heerlijk naïef, heb ik in Oktober 2017 volmondig "Ah ja tis goed" gezegd. Geen idee wat me te wachten stond, aan welk avontuur ik ging beginnen. Intussen heb ik al zoveel nieuwe fijne mensen leren kennen, en nog geen seconde spijt gehad. Maar waar heb ik het over! TUDUUUUUUMMMMMMMM! Op 14 oktober 2018 zal ik opkomen voor de provincieraadsverkiezingen van Open VLD voor de regio Gent-Deinze-Eeklo. JEEESSSSSSSSSS! Maar waarom doe ik dat nu weer? Toen ik 6 jaar geleden voor de eerste keer opkwam, was dat wellicht met dezelfde naïviteit als deze van vandaag. Geen flauw benul hoe de zaken verliepen. Ik ging deelnemen aan politiek want ik had 19/20 behaald op mijn cursus politicologie. Dus dan ken je wat van politiek- dacht ik?! Nou nou nou. 6 jaar is lang, en je kan veel leren. Dat heb ik gedaan, over mezelf, de maatschappij, het leven en mensen. Daaruit is mijn interesse in politiek alleen maar gegroeid. Weliswaar met Ups & Downs, zoals het leven soms kan zijn. De afgelopen 2 jaar zijn we binnen Open VLD Deinze een nieuwe wind in geslaan, met een jonge voorzitter en een sterke jongerenploeg. Daarbij kreeg ik de kans om in 2017 gemeenteraadslid te worden en mijn engagement nog verder te vergroten. Sindsdien was het echt een rollercoaster - een fusie - een nieuwe partij "Open Deinze"! Ik heb me geen seconde verveeld. We hebben gewerkt, hard gewerkt, onze jong vld afdeling verdrievoudigd, lid geworden van Raad Van Bestuur Jong VLD en beseft dat mijn hart echt wel bij de liberalen ligt. Als de afdeling in Deinze me de vraag stelde, heb ik vol enthousiast ja gezegd. Zonder twijfelen. gewoon doen. Donderdagavond 8 maart 20:00
Mijn spaghettisaus staat pruttelend op het vuur. De afwas is gedaan en mijn huishouden ligt min of meer in orde. Misschien moeten we nog eens stofzuigen. Dat is voor dit weekend. Ondertussen zoekt mijn vriend lustig verder op het internet naar aannemers en bedrijven die ons kunnen helpen in onze renovatiewerken. Vanavond moet ik nog een beetje werken. Ik moet wellicht nog een telefoontje doen en heb toch zeker nog anderhalf uur nodig om enkele to-do’s af te werken voor mijn bijberoep en mijn politiek engagement. Het is vandaag vrouwendag. Internationaal. Deze dag zou er moeten toe bijdragen dat mannen zich bewust worden dat mannen en vrouwen eigenlijk niet gelijk behandeld worden. Want dat is zo. Vrouwen en mannen zijn niet gelijk. En we worden ook niet zo behandeld. Ik schetste hierboven een vrij stereotiep idee. Ik kook, mijn vriend houdt zich bezig met hogere belangen. Dit is bij ons niet de standaard. Vandaag werkte ik thuis, wat ik af en toe mag doen. Daardoor was ik vroeger thuis en kon ik zelf eens aan het eten beginnen. Als ik van Brussel kom, ben ik vaak tegen 19u thuis. Rond 20u ben ik meestal weer weg. Voor een vergadering, een bespreking, of een ander belang dat mijn aandacht *zo nodig heeft*. Dat we vandaag ons pril huishouden samen kunnen runnen.. is een in het verleden verworven recht waarvoor ik enorm dankbaar ben. Ondanks onze vele activiteiten, komen we er altijd samen uit en weten we waarom we werken. Voor ons twee, voor onze toekomst. Dat was vroeger anders. Ik lees vandaag een artikel dat vrouwen in de jaren 50 werden aangeraden hun mannen het zo ‘gemakkelijk’ mogelijk te maken. Ik probeer op vandaag mijn vriend het ook zo gemakkelijk mogelijk te maken – binnen de lijnen van mijn eigen programma. Waar we vandaag staan staat mijlenver van de 50’ies. Amai nog niet. Veel dank aan de vele strijders die de afgelopen decennia keihard gewerkt hebben om vrouwen uit de keuken te krijgen. En toch zijn we nog niet gelijk. Er is nog werk, ondanks dat mannen nu wel denken.. hoezo we zijn er nog niet? De laatste maanden is er zoveel over vrouwen en onze slachtofferrol gesproken dat we het nu wel even hebben gehad. “Zo erg is het toch niet”. “We spreken over een minderheid”. “Dat komt nu toch niet meer voor”. Ik kreeg de laatste maanden geregeld de vraag.. “ Is dat fameus metoo verhaal niet overroepen??”. Ikzelf heb een vriend, ben deel van een familie waar gendergelijkheid geen kwestie is. Soms denk ik zelf dat we onze mannen een beetje teveel domineren.. ;-). Ik ben een mondige vrouw, met een masterdiploma en een bevoorrechte achtergrond. En toch heb ik het al meermaals meegemaakt, die genderongelijkheid. Ik ben 26 jaar oud en heb al vanalles gezien en meegemaakt. Dan denk ik vaak.. als het mij al overkomt. Wie dan nog...? Ik ga er geen doekjes meer rond winden. De afgelopen maanden heb ik vaak op mijn lip gebeten uit respect voor de mensen rond mij of door een gevoel van onbelangrijkheid over mijn verhalen. Maar vandaag, op wereldvrouwendag wil ik ze wel delen, en heb ik ook die kracht. Tijdens mijn eerste werkervaringen kwam ik terecht op een bedrijf waar de baas een bijzondere voorliefde had voor vrouwen. Ik kreeg zo wel vaker eens een opmerking dat ik minder met mijn kont moest zwaaien als ik stapte, en dergelijke zinsspelingen. Een vrouwelijke collega kreeg als verjaardagscadeau een sekspeeltje. Bizar vond ik dat, als jonge medewerker. Nadien kreeg ik bij een andere werkgever te maken met een collega die moeilijk mijn vrouwelijk gezag over hem kon aanvaarden. Het resulteerde in pestgedrag, manipulatie, e.d. wat uiteindelijk bij mij leidde tot mijn ontslag en de rand van een burn-out. Op 24-jarige leeftijd; kan je tellen. Gezien ik mij op vrijwillige basis voor allerlei zaken inzet, eens achter de toog, of helpend op een evenement, ben ik ook wel gewoon van vaak ongepaste opmerkingen aan te horen. Dat vind ik vaak nog niet zo erg, vandaag. Toen ik op de rand van een burn-out hing, ging me dat minder af. Ik maakte me vaak druk en kon het echt niet hebben. Het is ongelooflijk wat mannen durven zeggen of hoe ze een ‘jong meiske’ durven behandelen. Ook in meer serieuze zaken, zoals politiek voel ik heel regelmatig hoe mannen mijn engagement proberen te kleineren of minimaliseren. Ze proberen me te beschermen(?) voor anderen of zichzelf ? Ik weet het soms niet goed. Ik hoef niet beschermd te worden, ik beschik over de juiste skills om me te beschermen voor mezelf en heb misschien zelfs een ‘overprotective’ scherm voor mezelf geplaatst. Ik laat me niet meer doen door mannen; dat moet geen enkele vrouw doen. En toch .. nu ik het over vrouwen heb. Vrouwen onderling, we komen niet altijd goed overeen. Als ik dergelijke situaties ontleed.. gaat het vaak over de pikorde, de rang, of de appreciatie die een vrouw krijgt, waar concurrentie rond bestaat. Dat is zo jammer. Wij hangen niet af van die mannen, wij moeten niet tegen elkaar staan om de appreciatie van mannen te krijgen. We moeten naast elkaar, mannen en vrouwen, elkaar een plaats gunnen in deze mooie wereld. Het enige dat tussen ons mag en kan verschillen is onze opinie, ons karakter en ons fysiek uiterlijk. Vrouwendag, dat is onze dag, net als elke andere dag. We mogen #metoo roepen en naakt protesteren. We mogen afwassen en we mogen CEO zijn. Het mag – het kan – het moet. En niemand zal ons tegenhouden. |
|